Vorige zomer was er een protocolakkoord tussen de vakbonden en de werkgeversorganisaties in de sector. Hier werden er een aantal engagementen gevraagd van de werkgevers en van de Vlaamse regering, namelijk:
- Het behoud van de loon- en arbeidsvoorwaarden die men nu heeft. Het kan niet de bedoeling zijn dat werknemers door een beslissing die boven hun hoofd werd genomen door de Vlaamse regering plots achteruit gaan in hun loon of andere voordelen zoals verlof, anciënniteit, eindejaarspremie etc.
- Maximaal inzetten op een individueel traject voor werknemers. De huidige taakinhoud van werknemers zoveel mogelijk respecteren.
- De tewerkstelling in de sector moet maximaal behouden worden.
- Structureel overleg om de overgang zo vlot mogelijk te laten verlopen.
- Het personeel zo nauw mogelijk op de hoogte houden.
- Financiële garanties om de hervorming op een vlotte manier te laten verlopen daar waar er zich problemen stellen.
Op 1 april waren we uitgenodigd op het kabinet van bevoegd Minister van Wonen Matthias Diependaele. Zijn kabinetschef wist ons te zegen dat er nog steeds geen mandaat is om de engagementen uit het protocolakkoord mee te onderschrijven en om samen met de vakbonden en werkgevers te werken aan oplossingen.
Er werd ons beloofd dat de minister in de tweede helft van april zal laten weten wat zijn standpunt is. We zijn enigszins teleurgesteld in deze reactie; het gaat hier immers om de toekomst van de sector, over werkzekerheid en het behoud van goede loon- en arbeidsvoorwaarden en de klok naar 1 januari 2023 tikt genadeloos verder.
We houden alvast de druk op de ketel. Als tegen 1 mei blijkt dat er geen stappen vooruit gezet worden, zullen we niet aarzelen om deze druk nog te verhogen. Minister Diependaele wilde deze hervorming, dan moet hij ook zijn verantwoordelijkheid opnemen wanneer het zover is.